TAJ MAHAL - SAVOY

Artiest info
Website
facebook
label: Stony Plain Records

Ik zou bij benadering niet weten de hoeveelste plaat dit is van de intussen tachtigjarige veteraan, maar het moeten er meerdere tientallen zijn en de muziek van Taj zweefde altijd al in het luchtruim dat begrensd wordt door blues, jazz en wat we later wereldmuziek gingen noemen. De samenwerkingen met Ry Cooder, Keb- Mo en Eric Clapton zijn bij alle ware bluesliefhebbers bekend, maar voor zijn nieuwste plaat slaat Taj een behoorlijk origineel pad in. Zoals je wellicht uit de titel ervan kunt afleiden, gaat het om muziekjes die wellicht ooit in de legendarische Savoy-club in Harlem, New York. Het vergde een paar tientallen jaren en een veelvoud aan gesprekken tussen Taj en John Simon, een goeie vriend en bekende producer, voor er uiteindelijk in augustus van 2022 tijd en ruimte gevonden werden om de droom ook effectief in werkelijkheid om te zetten.

Dat die club voor Taj een bijzondere betekenis heeft, hoor je in de inleiding bij de eerste trac,””Stompin” at the Savoy”: ’s mans ouders ontmoetten elkaar precies daar, bij een concert van Ella Fitzgerald in 1938. Je zou voor minder zulke dingen voor eeuwig onthouden. Hoe dan ook, de songs van deze plaat hebben, op eentje na, allemaal een verleden dat tot die club teruggebracht kan worden en, als je op zoek gaat naar de artiesten waar naar verwezen wordt, dan kom je uit bij namen als Louis Armstrong, en Ella Fitzgerald, die een heel bekende versie van de al genoemde opener opnamen. “I’m Just a Lucky So an So” komt natuurlijk van Duke Ellington en “Gee Baby, Ain’t I Good to You” werd geleend van Nat King Cole, al was die niet de eerste om dat nummer op te nemen. Van George Gershwin is het overbekende “Summertime”, dat al ongeveer platgecoverd werd, maar waarover iedereen het eens is, dat de Billie Holiday-versie onaangetast blijft als definitieve versie. Ook “Mood Indigo” is oorspronkelijk van Duke, maar krijgt hier een bijzonder fris arrangement aangemeten door John Simon en veteraan Manny Moreira leidde het orkest, dat werkelijk op de top van zijn kunnen speelde.

Van Louis Jordan -en dus in perfecte jump blues-stijl- komen twee van de absolute hoogtepunten op deze plaat “Is You Is or Is You Ain’t My Baby” en “Caldonia”, die Taj in de gelegenheid stellen één van de dingen te demonstreren, waarmee hij steevast zijn publiek inpakt, als hij live speelt: het scatten. Weinigen doen dat beter dan Taj, durf ik te denken. Ook “Sweet Georgia Brown” verdient speciale aandacht, al was het maar vanwege de drums van Leon Joyce en de viool van Evan Price en dan moet het toetje nog komen. Dat is namelijk” Baby It’s Cold Outside”, waarop Maria Muldaur de vocalen deelt met Taj en werkelijk, het lijkt alsof de tijd zestig jaar heeft stilgestaan. Die twee kennen elkaar al zolang, dat ze vlekkeloos aanvoelen wat de ander gaat doen en wanneer.

Zonder dat ik elk nummer apart wil vermelden, toch nog een woordje over “Baby, won’t You Please Come Home”, van Bessie Smith: de trompetsolo daarin, is noch min noch meer adembenemend, net als de harmonica-solo van Taj zelf op de enige “vreemde eend in de bijt”, “Killer Joe”. Dat nummer dateert van de tijd na de Savoy, maar zo te horen, had het er perfect kunnen gespeelD worden. Een mens is na al die jaren Taj wel wat gewend, maar wat de an hier tentoon spreidt behoort ongetwijfeld tot het allerbeste werk dat hij ooit uitbracht. Vorig jaar kreeg Taj een nominatie voor zijn Sonny Terry/Brownie McGhee plaat met Ry Cooder en je kunt nu al wel voorspellen dat het dit jaar, met deze ronduit heerlijke coverplaat niet anders zal zijn. Taj is niet alleen als goede wijn, hij klinkt beter dan ooit. Qua “waardig ouder worden” kan dit tellen !

(Dani Heyvaert)